Gele stip
Op mijn buik schuifel ik naar voren. Het geweer prikt in m’n borst. Ik heb nog nooit geschoten en ik weet ook niet of ik dat wel kan. Mijn lijf barst van de adrenaline. Ik ben doodsbang en tegelijkertijd voel ik, ik moet winnen! Ik heb het spel als een angsthaas gespeeld. Ik heb me gedeisd gehouden, liet de anderen elkaar afschieten. Maar nu zijn er nog maar twee over: hij en ik. Dus nu zal ik wel moeten als ik dit wil winnen. Ik strek m’n nek, zodat ik om de houten schutting heen kan kijken. Op dat moment hoor ik een harde klap en spatten de verfspetters om me heen. Op de zandzakken achter me zit een grote, verse, blauwe stip. Dat scheelde niet veel! Blijkbaar weet hij waar ik me verborgen hou, maar ik weet nu ook waar hij is. Ik hou me stil. Rechts voor me hoor ik geschuifel. Hij verplaatst zich. Het is echt een groot voordeel dat ik van de ruimtes waar ik ben direct een plattegrond in m’n hoofd heb zitten. Ik kom van m’n buik af en ga op m’n hurken zi