Leren skiën




Lange tijd heb ik het weten te omzeilen. Maar nu, met een partner die groot skifan is, kon ik er gewoon niet meer omheen; ik moest, op mijn 37e, leren skiën. 

Na ruim 12 uur komen we aan in La Toussuire, een plaatsje in het Franse skigebied Les Sybelles. Dit gebied heeft meer dan 300 pistekilometer. Ons chalet staat vlak aan een piste, maar wel op een autoloze plek, dus de bagage moet een stuk omhoog gesleept worden. Mijn gebrek aan conditie is, op zo’n 1750m hoogte, direct te merken. Na het uitladen en settelen, gaan we ski’s huren en skiles boeken. 

De volgende dag blijkt het al een hele kunst om op skischoenen te lopen. Na de 500 meter te hebben afgelegd die tussen het chalet en de skischool zit, ben ik niet alleen kapot, maar ook een beetje zenuwachtig. De groep is groot: 13 leerlingen. We krijgen twee docenten; Julian en Olivia. Beide blijken niet goed Engels te praten en mijn Frans is niet meer wat het geweest is. Na uitleg over de ski’s, oefenen met lopen op ski’s, een klein stukje glijden en het oefenen van de pizzapunt (remmen), gaan we al vrij snel door naar het ‘oefenweitje’, wat een stuk knulliger klinkt dan dat het is. Ik vind het een behoorlijk hoge en steile berg waar we vanaf moeten. We moeten zelfs omhoog met een sleepjeslift. Dat gaat gelukkig goed. En het skiën lijkt me ook goed af te gaan. Ik mag aan het eind van de les zelfs voorop skiën. De juf vertelt me dat, als ik vanmiddag nog wil skiën, ik best de blauwe piste ‘La Riviera’ kan doen. Vol trots vertel ik dat tijdens de lunch aan de groep waarmee ik hier ben. Ze zijn enthousiast. Na de lunch gaan we dan ook snel omhoog naar ‘La Riviera’. Maar als ik op die piste ben, vind ik het te stijl en hobbelig. De pizzapunt om af te remmen hou ik niet onder controle, zo stijl is het. Voorzichtig wordt mij verteld dat het per ongeluk een rode piste is; blijkbaar wist niemand goed waar die blauwe dan zou moeten liggen. 
Ik weet me in 2,5 uur naar beneden te worstelen, vooral door zijwaarts de berg af te stappen. Huilend van vermoeidheid en ellende kom ik beneden aan. 

Het kost me twee lesdagen om daar weer overheen te komen. Omdat ik Julian niet goed vind uitleggen, besluit ik bij Olivia te blijven als de groep in tweeën wordt gesplitst. Dat is dan wel het ‘kneuzenklasje’, maar ik denk dat je beter de techniek goed uitgelegd kan krijgen en dan misschien iets minder snel vooruitgang boeken, dan als een dwaas zo’n berg af skiën terwijl je geen idee hebt wat je aan het doen bent. Het blijkt een goede keus te zijn. 
Olivia weet je goed te motiveren en weet je vooral heel veel vertrouwen te geven. Ze leert ons veel en we gaan dankzij haar enthousiasme en vertrouwen, geen uitdaging uit de weg. We leren zelfs achteruit skiën en off piste skiën. Ondertussen spijkert zij mijn Frans bij, terwijl ik haar Nederlands probeer te leren. We lachen veel en gaan met sprongen vooruit. Na 5 dagen gaan we zelfs de rode piste af en ik verbaas me erover dat ik daar die eerste middag zoveel moeite mee heb gehad. 
Op de laatste dag is er wijn en kaas op een mooi plekje langs één van de pistes. Daar krijgen we een boekje waarin alle klasjes staan beschreven en waar je stempels achter kunt verzamelen. Achter het eerste klasje heb ik een stempel met de datum van vandaag. Ik ben supertrots. We proosten op een mooie en vooral gezellige week. 
Volgend jaar ga ik zeker weer mee; ik wil mijn stempelboekje vol krijgen!   


Reacties

Populaire posts van deze blog

De dood van een jager

Als de herfst

Waarom spiritualiteit bij mij niet werkt. Deel 134: Aartsengelen