De dood van een jager



Ik dans om de vlammen en sprenkel gedroogde salie, doornappel en primula in de vlammen. De rook die daarvan af komt, vult al snel de heilige ruimte.
Tijdens het dansen adem ik de dikke rook in. Mijn danspassen worden trager en rommeliger, alhoewel ik dit niet meer bewust mee krijg, en dan val ik op de grond.

Ik ben niet meer in deze wereld. Ik zweef als een adelaar door nevels, langs de sterren en voorbij andere werelden. Als ik weer door een dikke nevel vlieg, maakt deze langzaam plaats voor een uitzicht op mijn dorp.
Ik zie de hut waarin ik nu lig, ik zie de vrouwen aan het werk met kruiden, potten en pannen, kinderen spelen in het gras en de mannen praten met elkaar.
Bijna iedereen van de stam is buiten. Bijna iedereen. Leka en Drayam zijn binnen, in de grot. Leka neemt afscheid van Drayam. Hij is gister tijdens de jacht op een bizon door het grote beest gedood. Haar verdriet is zelfs hier, vanuit de nevel tussen de werelden, te horen. Ze laat de klanken horen waarmee wij onze pijn en verdriet uitdrukken, vermengd met verzoeken aan de goden. Haar stem klinkt rauw door haar kreten van pijn en verdriet.
Voor de grot zitten de andere vrouwen van haar gezin geknield, hun voorhoofden tegen de grond, zacht te zingen.
De heilige dagen van rouw zijn ingegaan. Dagen, waarin een ieder zich op zijn of haar manier op het afscheid voorbereid. Ik weet wat mij te doen staat; ik zal het hele ritueel voorbereiden en leiden. Ik zal tijdens deze heilige dagen contact maken met de spirits, zodat Drayam straks zijn reis kan gaan maken. Ook zal ik Drayam voor moeten bereiden; ik zal zijn lichaam gaan reinigen met de warmte van het heilige vuur vermengd met kruiden en tenslotte zal ik hem klaar moeten maken voor zijn reis.
Op dat moment vervaagt het dorp en ben ik weer in de nevel.
Er doemt een grote bizon voor me op, het totemdier van Drayam. Hij brult en buigt zijn kop. Hij zakt door zijn voorpoten, alsof hij voor me buigt. Hij lost op in de nevel.
Vervolgens verschijnt Bartor in de nevel, een voorouder van Drayam. Hij lacht en wenkt me dichterbij. Als ik hem volg, laat hij me zien wat Drayam nodig heeft tijdens zijn reis en in zijn nieuwe leven. Een adelaar, mijn eigen totemdier, komt me weer ophalen.
Ik open langzaam mijn ogen en zie hoe het vuur verminderd is tot een paar kleine vlammen.


Op de laatste van de heilige dagen heeft iedereen zich verzameld rond de baar van eikenhout, waarop Drayam ligt. Het is tijd voor zijn reis naar de volgende wereld. Leka loopt om de baar heen, terwijl ze de botten van Drayam bedekt met geurende bloemen.
Eerder tijdens de heilige dagen heb ik Drayam ontdaan van zijn weefsels. Ieder lid van de stam heeft een deel van die weefsels ontvangen. Leka het hart. De botten zijn daarna gereinigd, ingesmeerd met rode oker en in een foetushouding gelegd. Drayam zal vanuit die houding opnieuw worden geboren in het volgende leven.
Als Leka klaar is met de bloemen, start ik mijn gezang. Ik roep de spirits op; totemdieren en voorouders, die Drayam zullen begeleiden op zijn reis.
Al snel voel ik hun aanwezigheid. Als de bizon aan mij verschijnt, pak ik de schouderbladen van de bizon die Drayam gedood heeft. Ik geef een teken aan Teykla, het hoofd van de stam. De baar wordt opgetild en naar de grot gedragen door de sterkste mannen van de stam. Leka loopt samen met mij voorop. De rest van de stam komt er achteraan.

De mannen laten de baar voorzichtig in een nis in de grot zakken, zodanig dat Drayam naar het oosten kijkt, en nemen afstand. Nog steeds zingend, wapper ik met de schouderbladen van de bizon om en over Drayam heen om hem te bedekken met de energie van zijn totemdier en leg ze dan boven zijn schedel in de kuil.
Leka komt naast me staan met een aantal persoonlijke eigendommen van haar man; een drinkbeker en een etensnap, een vuursteen, wat kettingen, zijn buideltas en een bizonstaart. Met serene gebaren en een hoofdbuiging bij elk voorwerp, legt zij alle eigendommen bij Drayam in de nis. Ze legt haar handen op haar hart en daarna op het borstbeen van haar man. Langzaam trekt ze haar handen terug, doet een stap naar achter en maakt dan een diepe buiging voor hem. Met gekruiste enkels en gebogen knieën zakt ze zo ver voorover dat haar voorhoofd de grond raakt.
Dan volgt de rest van de stam; ieder familiehoofd geeft Drayam iets mee op zijn reis: gereedschappen, sieraden, gedroogde kruiden, botten en een dierenhuid, precies zoals Bartor mij heeft verteld.

Als de laatste is geweest, laat ik mijn gezang weer aanzwellen en begin ik te dansen. Langzaam valt de hele stam in. Mijn gezang wordt uitbundiger en de dans volgt daarin. De hele avond zingen en dansen we bij het graf van Drayam. Als de eerste sterren aan de hemel staan is het tijd voor het laatste afscheid. De nis wordt dichtgemaakt met stenen en aarde, Leka vult de gaten en kieren op met verse bloemen en dan loopt iedereen naar buiten, de frisse avondlucht in.

Vlak voor de grot brandt een groot vuur waar we omheen gaan zitten. Tot diep in de nacht vertellen we elkaar verhalen over Drayam bij wijze van eerbetoon, maar ook opdat de kleintjes uit de stam zijn wijsheid mee kunnen nemen in hun eigen groeiproces. Drayam was tenslotte een groot jager en een liefdevolle gezinsman.








© Jessica Leffers 2015
Niets van deze blog mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Als de herfst

Waarom spiritualiteit bij mij niet werkt. Deel 134: Aartsengelen