Schaap
Het hoge gras snijdt in m’n rechterarm.
Aan de linkerkant is geen gras, maar een sloot. Mijn rechterarm zou heel graag
even met m’n linkerarm willen ruilen. Het gras komt tot net onder m’n elleboog.
Bij mijn vader tot z’n knie. Ik neem grote stappen. Bij iedere stap flappen m’n
rubberlaarzen tegen m’n kuiten. Voor iedere stap die m’n vader zet, zet ik er
drie. Ik struikel geregeld over de ongelijke kluiten aarde. Onze hond beweegt zich met scherpe,
plotselinge koerswisselingen door het gras.
Zíj doen dit vaker.
Dan staat mijn vader abrupt stil. De
hond, die plotseling naast hem is, ook. Doodstil, spieren gespannen, kijken ze
naar een schaap dat in het aangrenzende weiland op zijn rug ligt.
“Wat is er pap?”
Op dat moment beweegt het schaap een poot
en springt mijn vader over de sloot.
De hond huppelt aan mijn kant van de
sloot heen en weer, zijn baasje geen moment uit het oog verliezend.
Mijn vader geeft het schaap een duw,
waarna het wankelend gaat staan en naar de rest van de kudde hobbelt.
Terwijl mijn vader vertelt over
schapenmagen, lopen we terug. De hond weer met scherpe koerswisselingen. Ik weer
met drie stappen voor elke ene stap die mijn vader zet. Terwijl mijn rechterarm
blij is dat het nu geen last van het gras meer heeft, denk ik: “Mijn vader
heeft een schaap gered!”
© Jessica Leffers 2015
Niets van deze blog mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.
Reacties
Een reactie posten