Participeren



Mijn naam is Jacob, 41 jaar. Ik heb autisme, ben verstandelijk beperkt. Ik moest gaan ‘participeren’, zo noemen ze dat. Meedoen in de maatschappij. Nuttig zijn.

Vol trots stapte ik op mijn eerste werkdag het pand binnen. Zo één met veel glas en metaal. Mijn schoenen waren keurig gepoetst en ik had een mooie aktetas (geleend van mijn vader) met daarin een felgekleurd boterhamtrommeltje. Ik mocht de koffie en de post bij iedereen langsbrengen. Met zo’n mooie kar die bijna geen geluid maakt. Het eerste rondje met pakketjes en brieven, en het tweede rondje met van die grote, glimmende thermoskannen. En dat twee keer per dag. Ik zag er wel tegenop, maar ik wilde er het beste van maken.
Mijn nieuwe collega’s zeiden heel weinig tegen me. Ik dacht dat ze nog even aan me moesten wennen, dat moet ik ook aan nieuwe mensen. Maar nu, na ongeveer een maand, zeggen ze nog steeds heel weinig. Ik denk dat ze niet weten wat ze met me aan moeten.

Ik hoorde de directeur op televisie vertellen over de maatschappelijke betrokkenheid van de onderneming. Hij zei dat hij de verstandelijk gehandicapte ‘a chance of a life-time’ biedt. Tegen mij praat hij liever niet. Ik heb gehoord dat hij denkt dat ik hem toch niet begrijp. Ik heb gehoord dat hij denkt dat mensen zoals ik niets snappen, niet kunnen nadenken en niets presteren. Ik heb gehoord dat hij bang is dat ik zijn paperclips opeet, of, als ik een nietmachine zie, ik de hele dag nietjes in papiertjes stamp. Meestal vraagt hij aan zijn secretaresse of zij aan de gehandicapte wil vragen of hij misschien nog wat brieven wil vouwen en frankeren. Waar ik bij sta. Eén keer heeft hij heel veel tegen me gezegd. Hij was toen samen met een andere meneer in een duur pak. “Ik heb hier nog wat briefjes voor je. Die mag je frán-ké-ren. Snap je dat? Dat betekent dat je op de envelopjes, hier aan de voorkant, een stempeltje zet. Met het fran-keer-ma-chien-tje.” Om daarna naar zijn secretaresse te wapperen, terwijl hij tegen die andere meneer zei dat hij zo’n mensen-mens is en enorm sociaal betrokken. “Het voelt goed om zulke mensen een perspectief te bieden.” Een uitzicht op wat precies? Op het kleine beetje dat ik uitbetaald krijg? Of op nog meer negeren, beledigen en betuttelen?

Mijn naam is Jacob. Ik ben 41 jaar. Bij mij is het officieel vastgesteld; ik ben verstandelijk beperkt. Maar wie snapt het nu werkelijk niet?

-----

Dit was de eerste column die ik schreef voor de 6-wekelijkse cursus Columns Schrijven van Luuk Koelman.



© Jessica Leffers 2015
Niets van deze blog mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De dood van een jager

Als de herfst

Waarom spiritualiteit bij mij niet werkt. Deel 134: Aartsengelen